zaterdag 31 juli 2010


Onze wigwam (of "teepee")


Dinsdag 27 juli, campingsite White Horn, aan de voet van Mount Robson en de oever van de Robson-rivier


We zijn er helemaal klaar voor. Vier dagen “into the wild”. Nergens een winkel of cafĂ©. Geen kraantjeswater, geen douches, geen electrisch licht. Eten, kleren en tenten meesleuren…
In Mount Robson Visitorcenter huur ik een locker om mijn laptop in op te bergen. Mijn overtollige kleren laat ik in de auto. De drie overnachtingen hebben we op voorhand betaald. We moeten nog een filmpje bekijken waarin men ons waarschuwt voor alle mogelijke gevaren van berenaanvallen en deshydratatie en dan kunnen we eindelijk gaan stappen.
Het eerste stuk gaat lichtjes bergop langs de idyllische Robson-rivier:

Rond 13u30 lunchen we aan het Kinney-meer met dit panorama voor ogen:

Aan de andere kant van het meer duiken Jelger en ik in het ijskoude water om onze verhitte lijven wat af te koelen. Ik word er helemaal “zen” van:

Het is niet te heet en het pad niet te zwaar. Het enige waar we over kunnen klagen zijn de tientallen bijtende vliegen en stekende dazen die onze armen en benen aanvallen als we even uitrusten.

Om 18u. zijn we al op onze dagbestemming: campingsite White Horn in een vallei aan de Robson rivier. Ons drinkwater is ondertussen op, dus dat wordt eerst pompen om het rivierwater te filteren.

Op het menu vanavond: champignon-roomsoep en Ierse stoofpot (uit blik, dus morgen is onze rugzak al een kilo lichter) met als nagerecht thee en chocolade. Het gasvuurtje van Gertjan doet het uitstekend, we hoeven niet lang te wachten voor alles klaar is.

Om nog lichter te stappen, steekt Jelger met afvalpapier een houtvuur in de kachel van de shelter aan. Gezellig en lekker warm in de avondkoelte. Moet een ouwe Canadesee toch wel zeuren dat je in de kachels geen vuur mag maken, zeker. Dat hebben ze in het filmpje toch gezegd, gromt hij nors. Nou, dat hebben wij niet gehoord. Wij lazen alleen dat “open vuren” verboden zijn.
We laten de zeur in zijn eigen vet gaar worden en beginnen aan een spelletje “stenen tijdperk-pokeren”. Niet voor geld maar wel voor kiezelsteentjes. Verboden onder de tafel te bukken, want daar ligt het vol stenen geld. Jelger leert ons ook Texaans pokeren. Dat heeft hij op internet gezien. Razend populair bij jongeren.
De Nederlandse meisjes Debby en Kristen komen er ook bij zitten. Tijd om mijn Noorderburen wat Vlaamse cultuur bij te brengen. Ik leer hen het traditionele, zwaar intellectuele, onvolprezen “Toet”-spel. Gertjan vond het pokeren al niet leuk en zet zich aan het lezen.




Toet

Om 21u30 liggen we al in onze slaapzak. Wat jammer nou, vond Debby, maar ja, zonder licht kan je nu eenmaal niet “toeten”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten