zaterdag 31 juli 2010

Maandag 26 juli, camping Tête Jaune, West Columbia


De Rocky Mountains lonken. Ik heb er al een deel van gezien (Glacier/Yellowstone), maar deze keer is Mount Robson (+4000 m.) aan de beurt.
Als iedereen na veel vijven en zessen ingepakt is, vertrekken we rond 11u. richting Jasper. Clarita, Amber, Jelger en ik bij Gertjan in de auto, Mihai (zoon van Clarita) bij zijn zus Pia samen met haar drie kleine kinderen.
Dit is onze reisweg (we gaan van rechts naar links, dwz. van oost naar west):

Camping-----M. Robson Visitor Center-----Jasper--------------Hinton----------Edmonton

Gertjan en Pia spreken af in Hinton te wachten als ze elkaar kwijt raken.
Na een uur rijden snelt Pia ons al racend voorbij, een stuk boven de toegelaten snelheid. Ze moest dringend naar de wc, zal ze later zeggen. Haar broer Mihai, die naast haar zit, kijkt ons met een stoicijns gezicht na. Niks aan de hand, denken wij.
Een uur later hebben we ze nog niet terug gezien. De ongerustheid neemt toe in onze lelijke Chrysler. Iedereen speurt de parkings af op zoek naar de witte Hyundai van Pia. Die is nergens te bekennen.
Nog een uur later. We stoppen in Hinton. Ik ga langs de weg staan om de voorbij rijdende auto’s in het oog te houden, Gertjan en Jelger rijden elke parking en elk benzinestation van Hinton langs. Clarita belt haar zuster in Edmonton of ze iets van Pia gehoord hebben. Nee dus. Wij weten niet dat Pia de gsm van een tante bij heeft, zoals later zal blijken. Wij hebben alleen de mijne, maar mijn nummer heeft Pia niet.
Na anderhalf uur wachten aan de Tim Hortons snackbar van Hinton, zijn we het beu en rijden we verder naar de camping voor het donker wordt. Pia moet er maar op eigen krachten geraken. Dat zal niet makkelijk zijn. Ze heeft het adres van de camping niet. Gertjan heeft ons wel de naam van de camping gezegd, maar ik had begrepen dat hij “Ted John” zei, terwijl het “Tête Jaune” is.
Clarita heeft haar vingernagels al opgepeuzeld van de zenuwen en Gertjan is de serene blik die hij altijd heeft al in Hinton kwijtgespeeld. Op de uitkijk naar Pia


Ondertussen proberen we van het landschap in het park te genieten:

Vraagje aan de lezers: Gertjan en ik hadden een discussie over welk beest hier zo vredig ligt. Gertjan dacht een "elk", maar volgens mij is het een soort hert (mule deer). Het juiste antwoord graag in reactie hieronder...

Rond 19u arriveren we op de camping. Clarita belt nog eens naar huis. Blijkt dat Pia haar andere tante, Rebecca, rond 17u. vanuit Jasper gebeld heeft om te zeggen dat ze drie uur op ons gewacht hadden in Hinton (hebben die hun wagen goed verstopt zeg…).
De naam van de camping heeft wegens het complexe familiale communicatienet Pia blijkbaar niet bereikt en haar gsm heeft geen verbinding meer in Jasper National Park…
Gertjan en Clarita springen met de moed der wanhoop terug de Chrysler in en rijden de weg terug. Op een kruispunt zien ze een witte Hyundai met een donkerharige vrouw aan het stuur en iemand ernaast in een flits voorbij rijden.
“Dat zijn ze!”
Gertjan er achter aan.
“Nu rijdt ze verdomd weer zo snel,” vloekt hij.
Maar deze keer zal hij haar niet laten ontsnappen. Hij drukt het gaspedaal in en overschrijdt met tientallen kilometers de snelheidslimiet. De Hyundai versnelt ook.
De snelheidsduivel in Gertjan neemt het stuur over… Hij vliegt door de bochten en nadert langzaam de Hyundai, die blijkbaar niet sneller meer kan. Gertjan triomfeert. Hij haalt de witte wagen al toeterend in. Ze kijken recht in het verschrikte gezicht van de zwartharige vrouw, die op het punt staat een hartaanval te krijgen. Maar Pia is het niet…
Met hun hart bonzend van adrenaline en dodelijke ongerustheid en kaken gloeiend van gêne, maken ze rechtsomkeert.
Uiteindelijk komen ze bij Mount Robson Visitor Center waar een witte auto geparkeerd staat met spelende kindjes errond en een snackende jongeman erin. Het is een Hyundai! Ze zijn het. Oma Clarita vliegt haar dochter en kleinkinderen juichend in de armen, Gertjan legt zijn hoofd op het stuur en voelt of zijn tikker het nog doet. Mihai snackt stoicijns verder. Filippijnse vrouwentranen vloeien bij beken. Eind goed al goed.
Kunnen we eindelijk een kampvuur maken en de gemoederen laten bedaren met een piknik en verhalen voor de kinderen. Ze genieten vooral van mijn aangepaste versie van de klassieker “Zeven rovers in het bos”…Kappen op tegen de bijtende vliegjes (een soort “midgees” zoals in Schotland) en muggen


We hebben een indiaanse wigwam gereserveerd, maar door al dat bijtende en bloed zuigende ongedierte, vinden de vrouwen het wijzer in een houten (luxueuze) hut te overnachten. Mihai slaat een zacht bed ook niet af. Gertjan, Jelger en ik zetten onze tentjes op in de wigwam. Belachelijk gezicht, maar zo staan we morgen niet vol bulten en beten.

1 opmerking: