maandag 2 augustus 2010

Vrijdag 30 juli, C&N Backpackershostel, Vancouver


Van Kinney Lake naar de parkeerplaats van Mount Robson Visitor Center, waar onze auto staat, is maar een 7- tal kilometers, dus dat gaat heel vlot vanmorgen met onze ondertussen goed geoefende beenspieren. Zo zijn we ruim op tijd in het Visitor Center zodat ik mij nog kan wassen aan een lavabo, sorry Jelger & Gertjan, ik bedoel “wastafel”, rustig mijn bagage overladen en iets eten in het cafetaria. We doen ons ook te goed aan een fris biertje, ook al is het er maar één van 0,5%.

Dan is het tijd om afscheid te nemen. Gertjan en zijn gezin blijven nog een dikke week in Edmonton om allerlei leuke dingen te doen. Mijn vlucht naar huis is zondag.
Stipt om 12u10 komt mijn Greyhound naar Kamloops aangereden. Gertjan en Jelger doen hem op tijd stoppen, want er is geen offociële halte:

busje is daar…

Eindelijk zit ik eens op een “echte” Greyhound, met het embleem van de “dirty dog” op de flank:
halte in Clearwater

In de streek van Kamloops hangt er in de valleiën een diffuse nevel. De dame naast mij zegt dat het rook is van de bosbranden die hier al een paar dagen woeden.


De 78-jarige mevrouw is van Nederlandse afkomst (Friesland) en keert huiswaarts na een trouwfeest in Calgary te hebben bijgewoond. Ze woont al sinds 1952 in Canada. Haar man en zij kochten toen een lap bosgebied waar ze jaar na jaar meer landbouwgrond van maakten. Uiteindelijk hadden ze een welvarende “farm” met bijna 200 koeien. Maar ze heeft ook haar portie ellende gehad. Haar man overleed 15 jaar geleden door een besmette bloedtransfusie en één van haar zoons kwam een paar jaar geleden om in een sneeuwlawine toen hij 44 was. Voor ze in Kamloops op een andere bus overstapt, krijg ik een plak cake van haar. Gisteren gebakken door haar zuster, zegt ze.

In het busstation van Kamloops is het weer van dat. Alle passagiers moeten van de bus en in een rij gaan staan om op de bus naar Vancouver over te stappen. We worden toegesnauwd alsof we op transport naar Auschwitz zijn…

Tijdens de 4 uur durende rit naar Vancouver zit er achter mij een wicht de hele tijd luid te tateren en te giechelen als een kip die haar ei niet gelegd krijgt. Gelukkig zijn de batterijen van mijn mp4-speler nog niet leeg.

Mazzel als ik in het Greyhound station van Vancouver toekom: mijn “hostel” is maar honderd meter verderop. Op de benedenverdieping is een gezellige saloon waar ik een pint “amber beer” ga drinken. Samen met de Australische Ivan en een bezopen koppel Canadezen speel ik een paar partijtjes amerikaans biljart.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten